Frederich Matthias Alexander (1869-1955) groeide op in Tasmanië en om zijn carrière als acteur meer mogelijkheden te geven, verhuisde hij naar het vasteland van Australië. Juist bij zijn favoriete werk, het declameren van toneelstukken van Shakespeare, kreeg hij problemen met zijn stem. Na een periode van rust, verzekerden de doktoren hem dat er niets meer mis was met zijn stemapparaat en dat zij verder niets voor hem konden doen. De problemen kwamen echter bij het declameren snel terug. Alexander wilde zijn geliefde bezigheid niet zomaar opgeven en na ampel beraad, kwam hij tot de ogenschijnlijk eenvoudige conclusie: als mijn stemapparaat niets mankeert, dan ligt het aan de manier waarop ik mijn stem tijdens het declameren gebruik.
Gewend als hij was door zijn opvoeding in het ruige Tasmanië problemen zelf aan te pakken, ging hij aan de slag. Hij kocht spiegels en begon met veel toewijding en een onwaarschijnlijk groot geduld aan zijn onderzoek. Zijn excellente vermogen nauwkeurig waar te nemen, kwam hem daarbij goed van pas. Dit onderzoek is uiteindelijk zijn levenswerk geworden. Hij ontdekte dat de problemen met zijn stem een uiting waren van een verstorend reactiepatroon. En nauwkeurige observatie leerde hem dat zijn hele functioneren er door werd beïnvloed. Ook bij anderen zag hij dit verstorende reactiepatroon. Het was meer regel dan uitzondering.
In de loop van de jaren ontwikkelde hij een techniek, waarbij de manier van omgaan met jezelf centraal staat. Toepassen van de techniek verbetert je functioneren in het algemeen en dit geeft je een betere uitgangspositie om het beste in jezelf naar boven te brengen. In zijn boekje “The use of the self”, heeft hij zijn ontdekkingsreis uitgebreid beschreven. Het is zeer de moeite waard om te lezen.